Verdrag Istanboel
VERDRAG VAN DE RAAD VAN EUROPA INZAKE HET VOORKOMEN EN BESTRIJDEN VAN GEWELD TEGEN VROUWEN EN HUISELIJK GEWELD. BETER BEKEND ALS
Het Verdrag van Istanboel
Op 18 november ratificeerde Nederland het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, kortweg het ‘Verdrag van Istanboel’. Op 1 maart 2016 trad het voor Nederland in werking.
Het Verdrag is (nog) niet bekrachtigd voor Caribisch Nederland en de Caribisch landen van het Nederlandse Koninkrijk.
Het Verdrag stelt eisen aan de aanpak van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Het Nederlandse Koninkrijk heeft belangrijke verantwoordelijkheden voor de aanpak van huiselijk geweld op lokaal, regionaal en landelijk niveau belegd.
Voldoet de aanpak van geweld tegen en vrouwen en huiselijk geweld in het Caribische deel van het Nederlandse Koninkrijk aan het Verdrag?
In grote lijnen wel. Caribisch Nederland en de Caribische landen hebben heeft bijvoorbeeld telefonische hulplijnen die bereikbaar zijn voor professionals en burgers(artikel 24). Ieder eiland heeft dit op een andere manier ingericht of is dit aan het inrichten. Daarnaast is er op ieder eiland voor slachtoffers van huiselijk geweld passende opvang beschikbaar(artikel 23).
Tegelijkertijd bevat het Verdrag elementen waarvoor meer aandacht mag zijn. Meer inzet bij preventie bijvoorbeeld (artikel 12) en het voeren van genderbewust beleid (artikel 6).
Hoe kunnen de eilanden het Verdrag van Istanboel gebruiken?
Het Verdrag geeft een belangrijke impuls. Het helpt de eilanden de aanpak van huiselijk geweld verder aan te scherpen. Het verdrag bevat een concrete en gedetailleerde beschrijving van een effectieve aanpak en dat maakt
het goed bruikbaar: de eilanden kunnen met het verdrag in de hand hun eigen beleid toetsen.
In deze bijlage leest u het Verdrag.